Hamoudi

Lichtvoetig wervelt hij over het gras van Rupertserve. Hij zoekt het doel van de tegenstander of een medespeler voor een combinatie, hij werkt en loopt, kijkt niet op een meter meer of minder. Zijn energie inspireert het elftal.  Soms gaat hij brutaalweg een duel aan met twee tegenstanders tegelijk. Ik zag hem in het kampioensjaar voor het eerst, een jonge atleet met zwart haar, duidelijk van buitenlandse afkomst. Hoe heet hij? Wie is hij? Woont hij echt in Hengevelde?
Hij heet Hamoudi, zo werd me toentertijd verteld aan de zijlijn. De achternaam kende men niet. ‘Iedereen noemt hem Hamoudi. Hij woont hier. Hij speelt in de A-junioren.’
Een allochtoon in Hengevelde. Meestal is dat geen gemakkelijke combinatie. Ik ken mensen uit het dorp die ‘buitenlanders’ het liefst per expres naar hun moederland terug willen sturen. Gelukkig kan hij aardig voetballen, dacht ik. Dat scheelt in het proces tot acceptatie in een vrij hechte dorpsgemeenschap zoals Hengevelde is.

Af en toe kwam ik kijken bij mijn oude club en altijd was daar die Hamoudi die intussen een vaste plaats in het eerste had veroverd. Ik hoorde mensen enthousiast zijn naam roepen en soms hoorde ik mensen foeteren. Dan passte hij de bal niet op tijd of niet op maat naar een medespeler. Iemand vertelde me onlangs dat hij verkering heeft met de dochter van WVV-voorzitter Jan en dat hij nog een jonger broertje heeft, dat ook aardig kan ballen. Het maakte mij nog nieuwsgieriger dan ik al was naar het wel en wee van deze bijzondereimport-Wegdammer. 

Ik besloot hem op te zoeken en zo zat ik op een doordeweekse avond in de Elfersstraat tegenover de 21-jarige jongeman met de naam Hamoudi Jaafil. Zijn voornaam is een afgeleide van Mohammed zelf, de profeet en boodschapper van Allah, de God van de moslims. De voetballende broer Mahmoud is 18 jaar. Ze hebben een veertienjarig zusje Fatima en wonen met zijn drieën bij hun moeder Abir. Vader is een jaar of zes geleden vertrokken uit Hengevelde en Nederland. Het viertal bleef achter en is gelukkig met elkaar. Libanon is het land van herkomst, maar Hamoudi is in 1991 geboren in Tunis, waar vader Jaafil zijn functie als body-guard van de Palestijnse leider Yasser Arafat vervulde. In 1992 vertrokken ze naar Nederland, kwamen terecht in Hardenberg en mochten zeven weken later een huis betrekken in Hengevelde. ‘We hadden in Tunis een heel leuk leven’, vertelt Abir, ‘maar ik werd heel bang door de politieke situatie rond Arafat. Terug naar Libanon kon niet. Daarom zijn we naar Nederland gegaan.’
Hun verhaal was duidelijk. De motieven waren politiek van aard, dus kregen de Jaafils snel een huis. Hun nieuwe adres werd Elfersstraat Hengevelde. Daar groeide Hamoudi op. Hij ging er naar de basisschool , daarna naar het Twickel, maakte wegens omstandigheden een tussenstap op de Kapstok in Hengelo, stapte over op het Cios in Enschede, stopte daar na een jaar en zit momenteel op het ROC in Almelo voor de opleiding Sociaal-Cultureel werk. Het voetbaltrainersdiploma TC-3 heeft hij al in zijn bezit. De B1 van WVV doet er zijn voordeel mee. Hij traint en coacht de jongens van dit elftal.

Liever was hij zelf profvoetballer geworden net als zijn vriend en dorpsgenoot Mike te Wierik. Samen ontpopten ze zich bij WVV. De ambitie om op een hoger niveau te spelen, heeft Hamoudi zeker. Maar het leven bij WVV 1 bevalt hem momenteel zeer goed. Met fiere ogen vertelt hij het verhaal van de recente periodetitel, een unieke gebeurtenis in de geschiedenis van de club. Hij wilde altijd middenvelder worden. ‘Omdat ik het spel graag voor me heb’, zegt hij. Maar de trainers zetten hem voorin. Dichter bij het doel van de tegenstander is zijn rendement hoger, is hun gedachte. Daar zit wat in. Menig keer is hij de maker van een doelpunt, de man van de assist of maakt hij met een loopactie de weg vrij voor een medespeler.
Voetbal is belangrijk voor Hamoudi. ‘Als er geen voetbal zou zijn, had ik niet geweten wat ik zou moeten doen. Ik kan er alles in kwijt en doe het met groot plezier. Eigenlijk hou ik van alle sporten, vooral balsporten.’ Hij vertelt over de trainers van de laatste jaren. Wim Woeltjes die hem in het kampioensjaar uit de junioren haalde. ‘Dat was fijn. Ik werd goed opgevangen en Wim coachte mij goed’, zegt hij dankbaar. Het eerste jaar in de derde klasse was minder vrolijk. ‘Iedereen was met zichzelf bezig. Ik vond het zelf ook een moeilijk seizoen.’
William Krabbenborg gaf hem veel vertrouwen. ‘Fijne trainer. Hij zei dat ik voor de goal egoïstischer  moest worden.’ Met Jeroen Kiepman, de trainer van nu, klikt het. ‘Je merkt goed dat hij van een hoger niveau komt.’

Ik meld dat ik binnenkort weer eens wil gaan kijken bij de koploper in de derde klasse C. En hoe lang duurt het nog voor ik niet één, maar twee Jaafils in de aanval van WVV zie spelen? De zelfbewuste Mahmoud luistert mee en weet meteen het juiste antwoord. ‘Dat duurt niet lang meer.’ Hij speelde al in het tweede elftal, zat ook al op de bank bij het eerste en viel zelfs al een enkele keer in. Kiepman heeft hem in het vizier, dat moge duidelijk zijn. Hamoudi typeert zijn broer als snel en technisch. ‘Maar zijn instelling moet verbeteren. Hij is soms een beetje laconiek.’

Moeder Abir is trots op de kinderen. Regelmatig gaat ze kijken naar WVV. ‘Hamoudi is goed, maar hij kan beter’, zegt ze. IJverig zijn, je best doen. Dat is zijn plicht en zo ziet ze ook haar eigen opdracht. ‘We wisten al toen we hier kwamen dat wij ons moesten aanpassen. Dat vonden we heel logisch. Het zou raar zijn geweest als het dorp zich naar ons had moeten richten. We hebben een heel fijn leven hier.’
Ze bleven moslim en leven volgens de regels van de islam. Hamoudi: ‘Maar eigenlijk is er niet veel verschil met het geloof van de mensen hier. Elkaar respecteren en in de waarde laten. Daar komt het vooral op neer.’ Mooi gezegd, authentieke woorden van de 21-jarige. Niks meer aan doen.
Veel geluk Abir en Fatima, veel geluk en voetbalsucces jongens.