Zijn hoofd zat vol met humor
Het tijdstip waarop hij zijn laatste adem uitblies, is curieus. Maar het verwondert niemand, want het past wel bij hem. Het gebeurde op de 2e dag van de 12e maand in 2012 om 12 minuten over 12. Hoe bijzonder en typerend dit ook is voor de mens die Jan Eijsink (Bekkedam) geweest is, hij is wel uit de tijd. En dat is heel jammer. Ja, ja, hij was 89 jaar, ik weet het en ik besef het. Maar toch.
Het definitieve afscheid van de man, die in de volksmond bekend stond als Jan van Bekkedam of andersom Bekkedams Jan, doet me pijn. Hij was een neef van mijn vader, maar ook buurman en bovenal was hij mijn vaders beste vriend en daardoor was hij als vanzelf een goede kameraad van mij en van mijn broer en van ons hele gezin. Met de dood van Jan, sterft mijn vader opnieuw een beetje.
Je herinnert je in deze dagen voortdurend dat ze in hun werkzame leven als boer veel samengewerkt hebben en vaak kwamen daarbij ook de ondeugden die ze uithaalden, weer even bovendrijven. Meestal was een andere buurman, waar ze ook vaak mee samenwerkten, de klos. Ik zal één anekdote daarover nog weer even kort voor u opdiepen. De bewuste buurman kreeg voor het eerst telefoon. Nadat de mannen van de PTT vertrokken waren, werd hij gebeld door Jan en mijn vader. Jan deed het woord en verdraaide zijn stem. Twinkelende ogen, schalks lachje op de mond. Zij die hem gekend hebben, weten wat ik bedoel.
‘Meneer, u spreekt met Van de Brink, PTT Hengelo. Bij u is zojuist telefoon aangelegd?
‘Ja, dat klopt, meneer’, antwoordde de buurman.
‘Ik wil graag een paar testjes met u doen om te horen of het geluid goed is. Zegt u eens aaa? En nu een lange rrrrrrrrrrr graag? Zegt u mij eens na: Ik heb de zon in de Zuiderzee zien zakken….’
Zo ging dat nog even door. Bekkedam sloot af met: ‘Gefeliciteerd. Het geluid van uw nieuwe telefoon is perfect. Niks meer aan doen.’
Ook andere buren konden zomaar door hem in de maling genomen worden. En wat hij ook graag deed, was buren imiteren. Ik denk dat hij een sterk auditief geheugen had. Hij kon goed onthouden wat anderen verteld hadden en ook hoe ze dat gezegd hadden. Een van de mooiste imitaties die hij op sublieme wijze kon vertolken, waren twee kermisattracties, de Bokstent en de Steile Wand.
‘Dames en heren, ik stel u voor aan mister Bernard Johnson. Hij is halfzwaargewicht, komt uit Senegal en is kampioen van Afrika. Mister Johnson staat vooral bekend om zijn harde linker hoek. Is er tussen u als publiek een jongeman die het durft op te nemen tegen mr Johnson?'
Of de Steile Wand: ‘Dames en heren, over enkele ogenblikken gaat die voorstelling één aanvang nemen. Dan gaan mister en mrs Young op die grote motoren tegelijk in die baan. Dan racen ze rond op die grote machines en zullen af en toen het stuur zelfs loslaten. Dan scheren zij in die steile, ronde muur tot op tien centimeter langs die bovenrand......’ Jan kende het hele repertoire van deze presentatoren, inclusief hun vette accent volledig uit het hoofd. Ik lig nu weer dubbel van het lachen.
Over Jan Bekkedam kun je uren vertellen en niet alleen ik, maar veel mensen die hem gekend hebben. De meeste verhalen en anekdotes zijn buitengewoon amusant. Hij hield van humor. Zijn hoofd zat er vol mee. Toen zijn zoon Reynie geboren was, kwam hij dat vol trots bij ons thuis melden. We vroegen hem naar de naam van de baby. ‘Reynoldus, Hazeman, Sloekebeernd’, was zijn antwoord.
Hij vertelde op een dag aan mijn verbaasde kinderen toen ze nog klein waren, dat hij de hele nacht had geslapen, terwijl hij op zijn bed stond. Zijn vrouw was vergeten hem om te stoten', zei hij met altijd weer die ondeugende ogen.
Jan was, geloof ik al 65 jaar lid van het kerkkoor. ‘Ik sta op het koor altijd linksbuiten’, zei hij dan.
Hij heeft jaren in het eerste elftal van WVV gespeeld. Rechtsback was hij. ‘Bij corners gaf ik mijn tegenstander op het juiste moment een duwtje’, vertelde hij. Jan moest wel, want hij was niet al te lang. Hij is ook prins Carnaval geweest. Prins Jan I. Dat moet ergens in de jaren zeventig geweest zijn. Het feest voor Raad van Elf, dansmarietjes en medewerkers van de Höftemennekes, dat een paar maanden na het carnaval gehouden werd bij hem op de boerderij, was geweldig. Het Höfte-duo erbij. Met de platte wagen ging het spul van Hengevelde naar Markvelde, waar het ons die avond en halve nacht aan niets ontbroken heeft. Ja, ik ben erbij geweest. Ik zat geloof ik ook in de raad van 11. Een man doet soms wonderlijke dingen in zijn leven. Maar dat terzijde.
Jan was ook een fanatieke jager. Daags voor zijn dood, toen hij al behoorlijk verzwakt was, moesten zijn schoon- en kleinzoon hem nog even overeind helpen, want hij wilde naar buiten kijken om in de verte de jagers te kunnen zien lopen met hun kloppers, honden en geweren. De jacht was een van zijn grootste hobby’s. Zelfs de kat van de buurvrouw moest eraan geloven. Het was haar lievelingskat, maar volgens Jan was het beest juist de schrik van de weilanden en walletjes rond zijn huis. Tussen hem en de eigenaresse van de kat kwam het niet meer goed.
Zelf heb ik ook een jaar of negen met hem de jacht gehad rond onze geboortehuizen. Eén herinnering van Jan als jachtmaat zal ik altijd bij me houden. Letterlijk en figuurlijk. Hij schoot mij tijdens een drijfjacht aan. Dat kwam per ongeluk, omdat de hagel uit zijn geweer van richting veranderde via een lage, dikke, natte tak. De hagel spetterde tegen mijn lichaam uiteen. Ik voelde het op mijn linkerdij, op mijn jas en in mijn gezicht. De schade viel overigens wel mee. Er zaten twee van die hagelkorreltjes in mijn onderlip. Eén is er altijd in blijven zitten. En dat zal zo blijven als ultieme getuigenis van onze prettige connectie. Soms, als ik bij hem op bezoek was, vroeg hij: 'Zit dat ding nog in je lip?'
Jan woonde in de boerderij die hij vroeger runde. Dochter Anita en haar man Harrie exploiteren er alweer jaren een Pitch and Puttgolfbaan. Hij had zijn eigen optrekje in het verbouwde boerenhuis. Graag mocht ik daar dus af en toe een uurtje bij hem langs gaan. Dan kwamen er ook soms weer flarden van mijn vader tevoorschijn en dat was extra fijn. Hij heeft genoten van het leven en van zijn kinderen en kleinkinderen die hem allemaal ruimhartig hebben omringd en verzorgd. Vrijdagmorgen hebben we Jan op gepaste wijze uitgeleide gedaan. Nogmaals, het is jammer dat hij nu uit de tijd is.
Foto boven: Op de meer dan zestig jaar oude elftalfoto van een goed stel WVV’ers staat Jan uiterst links.
Deze foto is van vorig jaar zomer. Achterin zit Jan en voor hem zijn drie jaar jongere zus Marietje die eerder dit jaar is overleden.