Annie Schreijer-Pierik reageert op ontwikkeling in zaak ‘verzetten van de klok’: “Bijzonder gelukkig”

Een meerderheid van het Europees Parlement wil dat er in 2021 een einde komt aan het halfjaarlijkse verzetten van de klok. De EU-lidstaten kunnen zelf bepalen of zij daarna permanent op zomer- of wintertijd overschakelen, of alles laten zoals het is. Het parlement heeft een uitstelclausule aangenomen om te voorkomen dat een lappendeken aan verschillende tijden ontstaat. Voor de zomertijd als standaardtijd moeten in maart 2021 voor het laatst de klokken een uur vooruit. Bij een permanente wintertijd moeten de klokken in oktober 2021 een uur terug.
Annie Schreijer-Pierik maakt zich al lange tijd druk om het stoppen met de klok verzetten en reageert op haar Facebookpagina dolblij: "Ik ben bijzonder gelukkig met dit besluit. Dit is winst voor de gezondheid van ca 500 miljoen EU-inwoners. Wetenschappers hebben aangetoond dat het klokverzetten ons bioritme van slag brengt. Sommigen krijgen hoge bloeddruk, hartklachten, enz. Het is ook lastig voor gezinnen met kleine kinderen en voor organisaties."

Vooruitgeschoven

De Europese Commissie had in september voorgesteld al dit jaar te stoppen met de verplichte zomer- en wintertijdregeling. Maar de lidstaten hebben de kwestie vooruitgeschoven. De meeste EU-landen, ook Nederland, hebben meer tijd nodig om de bevolking, het bedrijfsleven en belanghebbenden te raadplegen.

Uit een recente peiling blijkt dat 24 procent van de Nederlanders het liever bij het oude laat, terwijl 41 procent voor wintertijd en 27 procent voor zomertijd kiest. Het kabinet en veel belangenorganisaties vinden het vooral belangrijk dat Nederland in de pas blijft lopen met de buurlanden.

Het is nu aan de lidstaten om te bepalen of ze voor de winter- of zomertijd kiezen. ,,Ik vertrouw erop dat het lukt’’, aldus Schreijer-Pierik.