Goorsestraat – Aflevering 7 – Familie Braakhuis

Centraal in het dorp had je vroeger naast de winkel van Smit de smid. De firma Braakhuis werd zeven dagen per week door de boeren uit de omgeving bezocht. Ze lieten er hun paard beslaan door vader Johan Braakhuis, door zijn zoon of door hun knecht Eef. Er moest een stuk ijzer gesmeed worden. Er moest gelast, gespleten of geponst worden. IJzeren stangen moesten gebogen worden. Ik herinner mij dat ik als schooljongen wel eens een boodschapje moest doen bij Braakhuis en dat ik met open mond naar het aambeeld stond te kijken waarop de smid gloeiend hete buizen of andere staven ijzer met kletterend geweld behandelde.

Prachtig gezicht, mooi klinkende geluiden. Je oren suisden ervan. En ik herinner me ook nog de geur van de paardenhoeven als de Braakhuizen daar met vierkante spijkers een geelgloeiend hoefijzer tegenaan timmerden met het betreffende paardenbeen tussen hun eigen benen. Die geur vond ik bijzonder en ook best wel lekker, dat herinner ik mij nog goed.
De familie Braakhuis staat centraal in de zevende aflevering van de serie over de Goorsestraat in de jaren vijftig. Veel Wegdammers die aan deze bedrijvige straat opgroeiden, zijn naar elders vertrokken. Zo ook de Braakhuizen. Alleen Dinie, de weduwe van Rudolf Braakhuis, woont nog in Hengevelde. Met haar sprak ik uitgebreid.

Hoefijzers, kachels, telegrammen, nasiballen, aquarellen

2. dinie_omstr_1950

Dinie in 1950.

Ze is bijna 85 en woont in een fraai huis aan de Bretelerstraat. Dat wil zeggen, Dinie Braakhuis-Oude Lansink woont zelf beneden en haar eeuwige metgezellin Truus ter Avest (71) woont boven. ‘Maar ’s avonds om 8 uur komt Truus altijd naar beneden. Dan kijken we samen tv’, vertelt Dinie. Het is 56 jaar geleden dat haar steun en toeverlaat op vijftienjarige leeftijd bij Braakhuis in dienst kwam en eigenlijk nooit meer wegging. Dinie zelf is op leeftijd, toch komt ze bijna nog tijd tekort.
Ga maar na: ze schildert verdienstelijk zoals insiders wel weten. Ik zag aan de muur in de woonkamer twee fraaie iconen van de heilige Maria hangen. Ze beoefent deze hobby sinds 1980. Ze nam lessen en ontwikkelde zich. Inmiddels heeft ze zeker 45 aquarellen en olieverf schilderderijen verkocht. Ze borduurt en is al twintig jaar lid van een club die wekelijks in de Marke bij elkaar komt. En één keer per week gaat ze naar de gym. ‘Er is altijd wat te doen’, zegt ze. ‘Soms pakken Truus en ik de auto die we samen hebben. Dan gaan we uit, doen we boodschappen. En op zondagmiddag gaan we altijd op pad om iets gezelligs te doen.’ In 2006 kreeg Dinie in het ziekenhuis een hartstilstand, werd meteen gereanimeerd, werd later nog twee keer gedotterd, maar ze voelt zich momenteel goed.

SNOR

Dinie was vijftien jaar toen ze vanuit de ouderlijke boerderij aan de Ulkenweg in Wiene naar het centrum van Hengevelde verkaste.  Ze kwam uit een gezin van negen kinderen. Dat was tijdens de oorlog. Ze werkte als dienstmeisje bij zuster Hendriksen, bracht ook tabletten rond langs de mensen en af en toe moest ze zelfs helpen met het wassen van oude mensen, zoals Karkhofsnaatje.  Ze werkte ook nog een jaar bij Goselink. In 1948 kwam Dinie bij Braakhuis in dienst. Ze was bijna negentien jaar. Johan Braakhuis zwaaide de scepter in het bedrijf. Vooral vanwege zijn snor werd hij door de Wegdammers Tom Manders genoemd (dat was destijds een populaire, royaal besnorde artiest die ook onder de naam Dorus landelijke bekendheid genoot). Johans dochter Annie was nog thuis. Ze deed het huishoudelijke werk, lette op de ijzerwinkel en deed het postkantoor dat ook door de familie werd gerund. Annie was de spin in het web. Haar moeder Anna was in 1946 op 57-jarige leeftijd gestorven toen ze op weg was naar haar dochter Lien in Terborg en op de Needseberg een hartstilstand kreeg. 

8overname